Met beleid de wetenschap verbeteren (interview)

De wetenschap functioneert niet optimaal.

Om maar wat te noemen: fraude in de wetenschap lijkt steeds meer voor te komen, er is een waarderingssysteem die meer dan eens met die van de bankenwereld is vergeleken en belastinggeld bedoeld voor onderzoek lijkt in de zakken van commerciële bedrijven te belanden. Steeds meer wetenschappers zijn dit soort dingen zat en gaan op zoek naar andere banen. Ik ben dit ook aan het overwegen, maar dan juist om dit soort problemen aan te gaan pakken. Op een congres (ESOF 2014) vorige maand werd ik over die plannen en ideeën geïnterviewd. Vorige week kwam het interview uit op het blog van Naturejobs. Hieronder de (met toestemming) naar Nederlands vertaalde versie.

Interview met Gerjon Ikink: Met beleid de wetenschap verbeteren

Gerjon Ikink zit momenteel in zijn vijfde en laatste jaar van een promotieonderzoek bij het Nederlands Kanker Instituut in Amsterdam, maar hij overweegt hierna de wereld van wetenschappelijk onderzoek uit te gaan. Hij wilde altijd wetenschapper worden om een bijdrage te leveren aan de samenleving door het onbekende te ontdekken op zoek naar de waarheid, in dit geval door genetische signaleringsroutes te onderzoeken die een rol spelen bij borstkanker.

Na enkele jaren promotieonderzoek kon hij zich echter moeilijk voorstellen dit carrière-pad te blijven volgen. Niet dat zijn interesse in de wetenschap was verminderd, maar zijn gevoel over de werenschappelijke infrastructuur wel. Hij is nu van plan om de wereld van wetenschapsbeleid in te duiken, hopend om daar de problemen op te lossen die hem de wetenschap uit wil laten stappen.



Wanneer raakte je gedesillusioneerd in de wetenschap?

In mijn Bachelor ging de wetenschap vooral over het zoeken naar antwoorden op de grote vragen; de waarheid vinden en proberen te snappen hoe de wereld werkt. Tijden mijn promotieonderzoek (en misschien al wel wat eerder) raakte ik echter gedesillusioneerd met dat idee.

Ik zag dat wetenschappers niet langer meer gedreven zijn door nieuwsgierigheid, maar hun uren spenderen aan het produceren van artikelen, zodat ze financiering kunnen krijgen om hun werk te blijven doen. Wetenschappers worden beoordeeld op cijfertjes zoals de impact-factor van de tijdschriften waar ze in publiceren. Bijna iedereen vind dat er te veel nadruk op deze cijfers wordt gelegd en dat een gedegen evaluatie op veel meer moet worden gebaseerd. Ik bedoel dan bijvoorbeeld op de daadwerkelijke onderzoeksvoorstellen, gecombineerd met de ervaring en motivatie van de onderzoeker. In het verleden behaalde successen zijn geen garantie voor toekomstige successen in de wetenschap, en zouden dat ook niet moeten zijn. Successen zijn afhankelijk van voldoende geld en tijd, gemotiveerde onderzoekers, een goede infrastructuur en, in alle eerlijkheid, geluk hebben.

Ik heb getalenteerde onderzoekers gedemotiveerd zien raken en de wetenschap zien verlaten om verschillende redenen, zoals:
  • Ze kregen geen financiering voor hun onderzoek, omdat maar twee juryleden hun onderzoeksvoorstel "excellent" vonden, in plaats van alle drie.
  • Onderzoeksfinanciering is überhaupt veel te moeilijk om te krijgen.
  • Er zijn te weinig banen in de wetenschap voor alle promovendi: de banenmarkt zit overvol.
  • Wetenschappers hebben geen tijd meer om in het lab te staan of les te geven omdat er zoveel tijd verspild wordt met het schrijven van onderzoeksvoorstellen.
  • Er is te veel focus op 'hot' en nieuw onderzoek, onderzoek dat 'verkoopt': daardoor lijk er geen plek meer voor onafhankelijke reproductie van resultaten.
  • Er staat te veel druk op wetenschappers om te publiceren (publish-or-perish) in het huidige systeem: je baan houden is afhankelijk van het krijgen van positieve onderzoeksresultaten.
  • Velen zijn gefrustreerd on het irritant langzame en inconsequente proces van peer-review.
Ik ben er van overtuigd dat een combinatie van deze punten gevaarlijk is voor de toekomst van de wetenschap.

Wat betekende dat voor jouw carrièrebeeld?

Volgens mij zijn de vijf belangrijkste pijlers van de wetenschap: nieuwsgierigheid, integriteit, delen, peer-review en onafhankelijke herhaling van resultaten. Met dat beeld van de wetenschap doet het erg pijn als je die pijlers ziet wegzakken.

Ik vind de wetenschap nog steeds geweldig, alleen het huidige systeem erachter niet. Waarom zou ik meer afhankelijk willen worden van een systeem waar ik niet achter sta? Ik dacht: als iets belangrijk genoeg is om over te klagen, dan is het belangrijk genoeg om iets aan te doen.

Ik heb eigenlijk drie opties:
  1. Me er maar doorheen ploegen en proberen het te veranderen van binnenuit.
  2. De wetenschap verlaten en nooit meer terugkijken.
  3. Het wetenschapsbeleid in gaan en het van daaruit veranderen.
Optie 1 is erg lastig. Ik heb een hoop wetenschappers gesproken die wat verder zijn in hun carrière, ook vinden dat er veel problemen zitten in het systeem, maar te afhankelijk zijn dit systeem (en daarmee hun medewerkers ook). Zij kunnen dit niet makkelijk veranderen, want dan bijten ze de hand die hen voedt.

Optie 2 zou kunnen, als ik daarmee in een plek zou belanden die beter zou aansluiten op mijn idealen en vaardigheden. Dat zie ik echter niet gebeuren, want de wetenschap is gewoon te belangrijk voor me om er mijn rug naar te keren.

Optie 3 lijkt dus het meest logische pad en daar zet ik dan ook op in.
Mijn ambitie is om het voor wetenschappers zo makkelijk mogelijk te maken om top-onderzoek te doen in een eerlijk en efficiënt systeem, zodat ze een echte impact op de maatschappij kunnen hebben, in plaats van alleen een impact-factor op papier.

Hoe denk je dat wetenschapsbeleid kan helpen om dingen te verbeteren?

Een land kan dit nooit in zijn eentje veranderen: dit moet op een internationaal niveau gedaan worden omdat de wetenschap zelf nou eenmaal wereldwijd is. Er zullen echter wat dappere landen moeten zijn die moeten beginnen het balletje te laten rollen. Het Verenigd Koninkrijk is bijvoorbeeld erg progressief en succesvol geweest in het bevorderen van Open Access (OA) en het betrekken van de burger in de wetenschap. Er zijn nu meer landen die dat voorbeeld volgen, dus wetenschapsbeleid heeft al wat verandering gebracht.

Veel wetenschappers stonden al voor lange tijd achter het idee van OA, maar daar publiceren was slecht voor hun impact-factor en dus voor hun carrière. Het verplichten van wetenschappers om OA te publiceren gaf ze een hele goede reden om dit ook echt te gaan doen in plaats van te publiceren in de traditionele, tijdschriften met dure abonnementen. Dit was dus eigenlijk een vraag van onderaf (door de wetenschappers), dat van bovenaf (via beleid) geregeld moest worden om te werken.

De Europese Commissie is aan het praten over essentiële veranderingen in het wetenschappelijke systeem en heeft op dit moment zelfs een publieke raadpleging over “Science 2.0: Science in Transition”. Hier zullen dingen onder vallen van de impact-factor tot baanzekerheid tot hoe we de 'Grote Uitdagingen' van de wereld moeten aanpakken zoals gezondheid, voedselveiligheid en klimaatsverandering. Als enkele verbeteringen die we op het European Science Open Forum (ESOF) besproken hebben ook ingevoerd worden op Europees niveau, zoals betere systemen om data te delen, dan zou dit een enorme stap vooruit zijn voor de wetenschap wereldwijd. Dat zijn dingen waar ik erg enthousiast van wordt; ik kan niet wachten tot ik er zelf aan kan bijdragen.

Hoe ben je je aan het voorbereiden om je transitie naar beleid te maken?

Ik ben nog niet specifiek naar banen aan het kijken, maar ben me al een jaar of 2 aan het oriënteren in het veld. Ik praat met een hoop mensen in het wetenschapsbeleid en ik doe vakken in economie en beleid in mijn vrije tijd. Ik ga ook naar congressen in dat veld (zoals ESOF), waar ik ook actief deelneem in de discussies.

Ik begrijp dat het een hoop hard werk en toewijding zou kosten om iets te laten gebeuren, maar ik ben daar zeker toe bereid. Ik ben al wat ervaring op aan het doen in de Jonge Gezondheidsraad (jongGR) de afgelopen twee jaar, en ik zit ook in andere commissies. JongGR geeft jonge wetenschappers de mogelijkheid om een bijdrage te leveren aan beleidsadvies via een online (en offline) netwerk. Daar beantwoord ik bijvoorbeeld wetenschappelijke vragen van beleidsmakers en breng ik de aandacht op nieuwe ontwikkelingen die relevant zijn voor gezondheidsbeleid.

Ik schrijf ook een blog voor een breed publiek over de wetenschap en zijn rol in de maatschappij en economie, om zo de kloof tussen de wetenschap en de niet-wetenschappers te verkleinen.

Heb je met je begeleiders gesproken over je plannen?

Ik kreeg het advies van andere jonge wetenschappers om niet dit soort plannen te bespreken met mijn begeleiders, omdat 'de wetenschap verlaten' in de academische wereld niet altijd gewaardeerd wordt. Ze kunnen bijvoorbeeld hun steun in je stopzetten omdat je "toch niet meer gemotiveerd bent in de wetenschap". Ik heb hele slechte voorbeelden gehoord in Nederland waar begeleiders hun promovendi niet meer naar congressen laten gaan, geen vakken meer laten volgen of ze zelfs geen contractverlenging geven om hun promotie af te kunnen maken. Toch dacht ik dat het beter zou zijn als mijn begeleiders wel van mijn plannen af zouden weten, zodat ze wisten wat ik wilde en me misschien zelfs wat adviezen zouden kunnen geven.

Mijn plannen werden niet echt slecht ontvangen, maar ze werden in eerste instantie ook niet echt goed begrepen. Er was duidelijk wat teleurstelling omdat ik niet verder wilde in de wetenschap. Toen ik duidelijk maakte dat ik het wetenschappelijke systeem wilde helpen verbeteren waren de meeste begeleiders het wel eens met dat idee, maar hadden ook zo hun bedenkingen (het is duidelijk dat dit het systeem is wat hen een goede carrière heeft gegeven). Ze waren er op zich ook niet tegen, maar gaven aan dat er nu niet een beter systeem bestaat, dus er niets is om naar te veranderen. Dit is een duidelijk signaal dat beleidsmakers met de wetenschappers moeten gaan samenwerken om betere systemen te ontwikkelen die zowel de wetenschappers als de samenleving zullen dienen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten